Zoveel mogelijk positief nieuws op mijn blog vandaag! Wat ben ik blij dat ik nog eens kan zeggen dat alles hier vlotjes verloopt en dat Celien en ik ons goed in ons vel voelen.
0 Reacties
De eerste week écht lesgeven zit er op. Stiekem ben ik wel blij dat we vandaag eens een dagje vrij hebben gehad. Leerkracht zijn op SRI is niet altijd een lachertje. Ik schets even hoe onze dag eruitziet en waar onze taken uit bestaan.
Het verloop van een dag op SRI (met de assembly enzovoort), kennen jullie al. Het enige nieuwe wat ik hierover kan zeggen, is dat Celien en ik 2x per dag een klas voor ons krijgen, en ook 2x per dag een les moeten observeren van een college-leerkracht. Chill, zou je denken, maar eerlijk gezegd is dat meer dan genoeg. Zoals eerder vermeld, zijn de leerlingen hier niet al te braaf. En dat is dan nog zacht uitgedrukt. In mijn hele leven heb ik nog nooit zo’n stoute kinderen bij elkaar gezien. Op sommige momenten moet ik de klas echt verlaten, omdat ik het lawaai en de streken van de kinderen niet meer aankan. Ze hebben geen idee hoe ze zich horen te gedragen in de klas, doen waar ze zin in hebben en gebruiken voor alles geweld. Ik heb al honderden pogingen ondernomen om hen duidelijk te maken dat geweld geen oplossing is, maar het wordt hen letterlijk met de paplepel meegegeven. Er wordt geweld tegen hen gebruikt door volwassenen, ze krijgen de opdracht ‘de leider van de klas’ te zijn en de stoute kinderen op hun plaats te zetten door te slaan, en leerlingen die vechten worden genegeerd door het lerarenkorps. Het gaat hier echt om elkaar pijn doen, het is geen spelletje. Eerlijk: moest ik hier m’n hele leven leerkracht moeten zijn, ik zoek onmiddellijk een andere job. Ik begrijp niet dat men hier nog plezier vindt in het lesgeven en de liefde voor de kinderen is bij sommigen ver te zoeken. Je hoort het goed, ook bij andere leerkrachten laten de leerlingen zich vaak van hun slechtste kant zien. Celien en ik zitten soms echt met open mond te kijken wanneer we observeren. Dit kan je geen lesgeven meer noemen, de leerkracht probeert hoogstens niet te verdrinken. Leerlingen die zo weinig respect tonen voor hun leerkracht, ik vraag mij echt af wat daarvan terecht moet komen. En het ergste van al is dat ze hun eigen gedrag normaal vinden, en zich van geen kwaad bewust zijn. We hoorden ook al verhalen van leerkrachten die hier al enige tijd lesgeven, dat ze in het begin ook met hun handen in het haar zaten en huilden wanneer ze naar huis gingen, maar dat ze het nu een plaats hebben kunnen geven en het gewoon van zich af laten glijden. Toch kan ik niet zeggen dat het altijd op deze manier verloopt. Bij sommige leerkrachten gedragen de leerlingen zich wél, en wordt er wel degelijk iets bereikt tijdens de les. Heel vreemd om dit enorme contrast op te merken, we proberen te achterhalen hoe dit mogelijk is, maar vinden geen eenduidig antwoord. Wel merken we dat hoe ouder de kinderen zijn, hoe makkelijker het is hen stil en aan het werk te krijgen. Ook is er een groot verschil tussen de klassen in hetzelfde leerjaar onderling. De kinderen trekken elkaar mee in positief of negatief gedrag. Ook de leerkracht doet ertoe. Er zijn leerkrachten die zich erbij hebben neergelegd dat hun klashouden een ramp is, en lesgeven aan een bende apen. Of aan de 2 stille leerlingen vooraan die wel moeite willen doen om te luisteren. Andere leerkrachten hebben op de één of andere manier respect afgedwongen. Zijn de leerlingen bang om geslagen te worden? Werden er goede afspraken gemaakt? Kijken ze op naar de leerkracht? We weten het niet, en de leerkrachten zijn er ook heel vaag over als we ernaar vragen. Het enige antwoord dat we krijgen is ‘dat het de ene keer al beter gaat dan de andere keer’. Als twee nieuwkomers hier op school, beiden jong én blank én leuk om mee te babbelen én niet klassiek gekleed (dat komt nog, we wachten op onze lichte sarees die Uma voor ons zal meebrengen), is het dus echt niet makkelijk aan de slag te gaan als leerkracht. Leerlingen reageren heel verschillend op onze komst. Er zijn klassen waar de leerlingen duidelijk profiteren van ons ‘ik-sla-geen-kinderen’-principe, en dat ook letterlijk zeggen (‘beat mam’, ‘why you don’t beat mam?’). Niet slaan staat hier voor sommigen gelijk aan ‘ik mag mijn goesting doen en de klas afbreken’. Celien en ik hebben al heel wat geprobeerd om structuur en rust in deze klassen te brengen, maar zonder succes. We hebben besloten ergens de grens te trekken, en deze klassen te verlaten wanneer het echt niet meer gaat. In andere klassen is het enthousiasme enorm als we aankomen, dit vooral bij de oudere leerlingen. In het begin van de les is de aandacht dus groot, met goed in de smaak vallen bij ons als motivatie. Vaak neemt de aandacht af naar het einde van de les toe, wanneer ze merken dat we hier ook écht zijn om les te geven, en niet alleen om spelletjes te spelen en leuke gesprekjes te voeren over België en India. Ook is er een groot verschil tussen de voormiddag en de namiddag. Het ontbreken van speelmomenten zorgt ervoor dat leerlingen hun energie niet kwijt kunnen en dus naar het einde van de dag toe amper op hun stoel kunnen blijven zitten. Heel jammer, want het is onbegonnen werk hen dan tot werken en luisteren te brengen. En ik kan het hen niet eens kwalijk nemen… Uiteindelijk is het ons dan toch gelukt enkele lessen te geven. Soms omdat er leerkrachten kwamen observeren die wel gezag hebben, soms omdat we de lessen filmen in functie van onze opdracht van Artevelde (‘de filmpjes kunnen aan de directeur getoond worden’), soms omdat we de leerlingen toch op wonderbaarlijke wijze stil krijgen (het blijft echt een mysterie, hoe komt dat toch?). Op die momenten merken we hoe onze systemen in onderwijs verschillen. Het einddoel hier is de werkboek invullen en goede examens maken. Echte doelen hebben ze niet, dus schrappen in het werkboek is nogal moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk. Het triestige is dat zo goed als elk werkboek dezelfde structuur heeft: een tekst, met daarna vragen over de tekst. De leerkracht gaat daarmee als volgt te werk: hij/zij leest de tekst voor in hele kleine stukjes, de leerlingen zeggen hem/haar na. Daarna worden ‘key words’ en de antwoorden van de oefeningen op het bord genoteerd/overlopen, de leerlingen noteren wat hen voorgekauwd wordt. In het begin hadden Celien en ik veel te grote ambities wat het veranderen van dit systeem betreft, en we merkten dat we er alleen maar frustraties aan overhielden. We kregen dan ook de tip van onze profcoach in België (bedankt, mevrouw Ryckaert!) het kleiner te zien, en te beginnen met mini-veranderingen. We beslisten hiermee aan de slag te gaan, en mijn lessen zien er momenteel vaak als volgt uit: ik doe een motiverende instap in verband met het onderwerp van de tekst; ik bespreek de illustraties met de leerlingen en laat hen nadenken over het mogelijke verloop van de tekst; we kijken wie de tekst geschreven heeft en ik achterhaal hun voorkennis wat de auteur betreft; ik lees de tekst voor in hele kleine stukjes, de leerlingen zeggen mij na (dit zorgt ervoor dat hun focus op de tekst blijft) en ik onderbreek deze methode door af en toe woorden te (laten) verklaren en inhoudelijke vragen te stellen; daarna gaan de leerlingen zélf aan de slag om de bijhorende vragen schriftelijk op te lossen (‘don’t you write the answers on the blackboard mam?’, ‘what’s the answer on this question mam?’), liefst in stilte (zo goed en zo kwaad als het kan). Kinderen zijn het écht niet gewoon na te denken hebben we al gemerkt, papegaaiwerk is hier de norm. We hebben ons al vaak afgevraagd hoe het mogelijk is dat zo goed als alle leerlingen slagen voor hun examens….In sommige lessen lukt het de kennis uit de kinderen zelf te halen door de juiste richtvragen te stellen, en dit proberen we dan ook zoveel mogelijk te doen. In de lagere jaren is dit moeilijk, omdat het Engels van de leerlingen beperkt is en zij dus vaak de vragen niet helemaal begrijpen en het ook moeilijk hebben zich uit te drukken in een taal die niet hun moedertaal is. Ook hebben we al eens een groepswerk proberen opstarten, posters gemaakt en gewerkt met zelfgemaakte bordprenten. We roeien dus met de riemen die we hebben. Wel hebben we deze week ook een voorraad materiaal gevonden, die niet/amper gebruikt wordt. Aan de uitleg van de leerkracht die het ons toonde te horen, weten ze hier ook niet zo goed hoe ermee om te gaan. Zo vonden we getalbeelden, die ten eerste al fout uitgeknipt waren, en dan ook nog eens gebruikt werden om op de vingers te tellen (wat in België net vermeden wordt door met getalbeelden te werken). Ook was er wannabe-MAB-materiaal aanwezig, dat totaal niet klopte qua schaal. Het blokje van 10 kon 4 keer in het blokje van 100. Het is een beetje van ‘we willen wel, maar we kunnen niet’. We probeerden uit te leggen hoe we hier in België mee aan de slag gaan, maar het is heel moeilijk hen te motiveren te luisteren naar wat we in België doen, het gesprek gaat al snel weer over naar ‘wat we ermee doen in India’. We kunnen alleen maar hopen dat we bepaald materiaal in onze lessen kunnen inzetten, om dan al doende onze werkwijze aan de geïnteresseeerde leerkrachten te tonen. Zoals ik al zei, hadden we vandaag dus onze vrije dag. We hoopten al de hele week op een uitstapje, maar helaas pindakaas moesten we weer de hele dag hier op school blijven. We hebben al gevraagd of we misschien zelf eens op stap mogen (we snappen dat het niet altijd makkelijk is voor hen om tijd voor ons vrij te maken), maar dat is uitgesloten. Conclusie: het zou opnieuw een saaie zondag worden. Aangezien we beiden helemaal gek worden van hier binnen te zitten, besloten we dan maar op expeditie te gaan in de school zelf. We ontdekten een kappeletje, maar dan op z’n hindoes en ook de moestuin hebben we van dichtbij bekeken. We hebben ook een aanval van de honden hier op school overleefd (volgens mij dachten ze dat we indringers waren, aangezien dat we een ongewone route volgden) dankzij Monjoenat die goed is in stenen gooien. Monjoenat werkt in de keuken, en we gokken dat hij ongeveer 14 jaar oud moet zijn. Ongeloofelijk triest vind ik dat, wanneer hij zijn leeftijdsgenootjes bedient die alle kansen krijgen die hij aan zijn neus voorbij ziet gaan. Voor de rest is het een plezante kerel, die af en toe een grapje uithaalt. Vandaag was hij ook de dames uit de keuken aan het pesten door met een dikke pad achter hen aan te gaan. Ze hadden er niets beter op gevonden dan zich achter ons te verstoppen, waardoor de pad wel heel dicht in onze buurt kwam. Die Monjoenat toch! Dankzij hem hebben we toch een avontuurlijke zondag beleefd, al hopen we nu toch snel nog eens een stukje van India te mogen ontdekken. Na weer een periode van wel en dan weer geen internet (as usual) ben ik hier opnieuw met een blog-berichtje. De voorbije dagen waren druk, en er hing spanning in de lucht hier op SRI. Annual day kwam eraan, en letterlijk alles moest er voor wijken. De dansjes en toneeltjes werden keer op keer opnieuw geoefend, en Celien en ik begonnen stilletjes aan uit te kijken naar een nieuw hoofdstuk in ons India-avontuur. Tussen het dansen door leerden we wel chappati's maken, wat voor wat afleiding zorgde. Chappati's zien er een beetje uit als pannenkoeken (helaas zijn het er geen, toch wel een beetje balen), en worden gegeten met chutneys. Ze zijn dagelijkse kost hier, zeker eens googelen dus als je wil weten hoe mijn ontbijt/lunch/dinner eruit ziet. Respect voor de dametjes die hier elke dag 3 keer, voor meer dan 500 man, maaltijden koken, allemaal vers en met de hand bereid (vergeet ovens en keukenrobots), en dat in niet meer dan een geïmproviseerde keuken (lees: de helft buiten, de helft in een hokje, met twee vuurtjes waar grote potten op staan en een platte tafel waar ze rond zitten om roti's en chappati's te bakken). Prashant, collega en vriend hier op SRI, legde alles vast op beeld, en ik hoop hier dus ook snel foto's van te kunnen posten. Zaterdag stond de bijeenkomst van leerkrachten uit Bagalkot op het menu. Meer dan 2000 leerkrachten waren uitgenodigd, en de school maakte zich klaar voor dit grote gebeuren. Ook Celien en ik konden niet ontsnappen aan de voorbereidingen, en we moesten een volledige Indische metamorfose ondergaan. Sunanda hielp ons met het knopen van de saree, en de hostelmeisjes zorgden voor de rest. We werden opgemaakt als prinsessen, met bangles, tickelies (geen idee hoe je dat schrijft, voor jullie beter bekend als de bol op het voorhoofd), halskettingen en iets voor in ons haar zodat er een juweeltje op ons hoofd hing. Onze haren werden ook opgestoken en daarna werden we voor de leeuwen gegooid. Iedereen was dolenthousiast en kwam ons bewonderen. Wij zelf moesten wel wat wennen aan onze nieuwe outfit, de saree ziet er dan wel knap uit, gemakkelijk zit hij helemaal niet. Vooral trappen doen zijn de hel, en van naar het toilet gaan komt al helemaal niets in huis. Ik denk dat we niet heel elegant waren. Daarenboven hadden we het ongelooflijk warm in de hete namiddagzon, en om het allemaal nog een beetje lastiger te maken was de hele uitleg in Kannada te doen. We hebben (letterlijk) de minuten afgeteld, subtiel een dierenspelletje proberen spelen en tussendoor handjes geschud met belangrijke gasten waar we nog nooit van gehoord hadden. Zondag was het dan dé dag waar de hele school al weken mee bezig is. Annual day. Bij ons beter bekend als 'schoolfeest', maar dan 10 keer grootser en met heel veel show, zoals we het ondertussen al van de Indiërs gewoon zijn. De kinderen werden in kostuumpjes geloodst, en ook wij konden niet aan een saree ontsnappen. Gelukkig zat dit exemplaar beter dan dat van de dag ervoor. Graag ook een kleine dankjewel aan Sunanda, eeuwige spring-in-het-veld en onze saree-mama hier op SRI die jullie ook graag allemaal wil uitnodigen om in India te komen wonen (iedereen moet in India wonen en iedereen moet Kannada leren, neem het van haar aan). Celien en ik mochten plaatsnemen op de eerste rij, werden ook eens op het podium geroepen om onszelf voor te stellen ('hallo, 3000 mama's en papa's allemaal!') en daarna kon de show beginnen. Ook al hadden we de dansjes al meer dan 5152455 keer moeten bewonderen de voorbije 2 weken, toch was het een speciale avond. Het licht en de kostuums zorgden voor iets magisch, en we merkten dat onze saree een positief effect had op onze relatie met de andere leerkrachten op SRI. Ik voelde me zelf een beetje fier op 'onze' kindjes, die het zo fantastisch deden. Na afloop was er nog een maaltijd voorzien (Indische oliebollen!), spraken we met enkele belangrijke gasten en stelden kinderen ons hun ouders voor. Wel tof, zo'n annual day. Gisteren was het dan tijd voor wat rust. Celien en ik hielden een zangwedstrijdje onder ons twee, we keken naar Indische filmpjes en liedjes met Prashant en gingen bij Usha, Shruti en Shubada op bezoek hier enkele kamers verderop, die hun haren een mehendi-behandeling aan het geven waren. We gingen ook nog eens langs in het meisjeshostel ter gelegenheid van Renuka's verjaardag. Hiep hiep hoera! Vandaag kunnen we dus weer overgaan tot de orde van de dag. We hopen eindelijk lessen te kunnen geven, en aan ons onderzoek te beginnen, al wordt dat niet vanzelfsprekend aangezien principal sir de hele week op stap is met zijn Uma om zijn verjaardag te vieren. Op naar het echte werk! Ook bij de vorige blog-berichten vind je een foto-update. Hou de diavoorstellingen in de gaten, af en toe plaats ik er foto's bij. Het uploaden duurt vaak lang en gebeurt dus in stukjes. Enjoy! Hier ben ik weer. De laatste dagen waren niet zo makkelijk. Celien en ik ondervonden wat een 'cultuurshock' nu eigenlijk echt inhoudt. Een constant conflict tussen waarden van verschillende culturen die met elkaar botsen. We hadden het het moeilijkst met het slaan van de kinderen, en ook de gesprekken over liefdes- en homohuwelijken in België komen ons de oren uit. Heel wat mensen reageren hier niet echt begripvol op, terwijl wij proberen hun cultuur te begrijpen (al is dat echt niet altijd makkelijk, we zijn precies 100 jaar in de tijd teruggekeerd). We hebben het gevoel dat vrouwen hier niets te zeggen hebben, en dat piekt bij mij heel hard. Soms wil ik zo graag tegen al die vrouwen, die ondertussen bijna vriendinnen geworden zijn, zeggen dat ze moeten uitbreken, vechten voor hun leven, zelf hun toekomst bepalen. Maar zo zit dat natuurlijk niet in elkaar. Soms voelen we ons ook zelf wat opgesloten. Iedereen beslist maar in onze plaats wat en wanneer we eten, naar onze kamer gaan en rondgeleid worden. Vooral de commentaar op mijn eetgedrag (ik eet niet veel, maar so what, het is mijn lijf) is soms moeilijk te verdragen. Verstikkend, en ook heel vermoeiend. Wanneer we op onze kamer komen, slapen we heel veel. Een cultuurshock vraagt energie. Gisteren gingen we met Sundeep en Pudja, 2 gasten op school en mensen met kennis van onderwijs, naar een tempel hier in de buurt. Ik ben de naam helaas alweer vergeten, maar daar draait het uiteindelijk ook helemaal niet om. Eenmaal aangekomen daar, voelden we ons opnieuw alsof we van een andere planeet komen. Iedereen staart ons aan en probeert, al dan niet subtiel, foto's van ons te trekken. Gelukkig zorgde de mooie tempel voor wat afleiding. Er waren verschillende delen, zowel voor een god als voor een soort guru. Mensen wassen zich eerst in de rivier, met honderden tegelijk, strooien dan gekleurd poeder over zich heen en bezoeken blootsvoets de tempels. Het is een belangrijke plaats, aangezien de god er gestorven is op de plek waar 2 rivieren samenkomen. Na het bezoek aan de tempel trakteerden Sundeep en Pudja ons op goafruit en suikerrietsap. Alletwee best wel lekker. We hadden ook nog enkele fijne gesprekken in het busje en beloofden elkaar later dit jaar rond te leiden: zij ons in Bangalore, wij hen in België wanneer ze in de zomermaanden Europa bezoeken. Vandaar was het dan Republic Day, de dag waarop de onafhankelijkheid van India gevierd wordt. De kinderen waren heel enthousiast en droegen allemaal hun house dresses. Enkele kinderen moesten ook optreden in een groot stadion in Bagalkot en wij gingen mee om te supporteren. Verschillende scholen voerden dansjes op ter ere van hun republiek. Fijn om te doen, maar ook wel superwarm daar zo in de vlakke zon. We werden ook op het podium geroepen voor een praatje met enkele belangrijke mannen. In de namiddag genoten we van (lees: doorspartelden we) een 3 uur lang durende speech van Sundeep aan de ouders, in Kannada. Ik moest echt heel hard mijn best doen niet in slaap te vallen, lang geleden dat ik me nog zo verveeld heb. Om 16u wisten we gelukkig te ontsnappen aan nog zo'n sessie voor de leerkrachten, en vluchtten we naar onze kamer voor een dutje. Op naar morgen! Hier ben ik weer! Blij dat ik opnieuw internet heb! Na enkele dagen sukkelen met een internet-stick is het ons toch gelukt opnieuw contact te maken met de buitenwereld. Ik heb zoveel te vertellen dat ik écht niet weet waar te beginnen. Ik probeer de laatste dagen kort en krachtig samen te vatten, zodat jullie weer helemaal up-to-date zijn. Een dagje ACT. Op 16/01 werden we opgehaald door Divya, een jongedame die ook bij ACT werkt. Zij was minder spraakzaam dan de anderen, en ook redelijk Westers gekleed. Ze droeg bv. een jeansbroek onder haar kurta in plaats van een pofbroek. Ze bracht ons naar the ACT-office, waar we een deel van de members ontmoetten die er werken. Veena en Jayapriyaa leidden ons rond in het gebouw. Ieder heeft er zijn eigen bureautje, en er werken vooral vrouwen. Er wordt ook veel aandacht besteed aan de goden, zoals bv. Durka (de godin van de kracht). Er staan verschillende bronzen beelden die elke morgen versierd worden met bloemen en er branden kaarsen. Na de rondleiding werden we naar een klasje gebracht waar we de hele dag uitleg kregen over India, het schoolsysteem, de werking van ACT en de scholen waar ACT mee samenwerkt. De verrassing van de dag was dat ook Anne Cardinael, een Vlaamse vrouw die in India woont, aanwezig was in het gebouw. De werking van ACT: ACT, of Academy for Creative Teaching, werd opgericht in 2005. De organisatie kent 4 luiken: ACT training programmes (verschillende vaardigheden worden aangeleerd aan de leerkrachten op scholen en in the ACT-office zelf), ACT in house programmes (leerkrachten komen 1x in de week langs in the ACT-office gedurende 3 maanden om zich bij te scholen), ACT academic handholding (een member van ACT, een SSF genaamd, gaat om de zoveel tijd langs op een vaste school om te kijken hoe het er gaat, en om hen te begeleiden en problemen te ontdekken) en ACT acadamic audit en research (iemand van ACT gaat met een checklist naar een school en noteert waar de hiaten zitten in de organisatie van de school/het lesgeven van de leerkrachten/… Meestal volgt hierna een ACT training programme.) Ook is er The platform, een programma in de maanden augustus en juli speciaal ontwikkeld voor de principals van de scholen. Op die manier begeleidt ACT ongeveer 56 scholen, met een focus op rural Karnataka (dus het platteland van de regio Karnataka waar wij ook verblijven). De visie van ACT is heel modern, alles wat ze vertelden, herkenden we uit onze eigen lerarenopleiding. Zo kwamen bv. de zone van de naaste ontwikkeling, de beginsituatieanalyse en de veelzijdige ontwikkeling aan bod. Het probleem is dat heel wat leerkrachten de theorie kennen, maar niet weten hoe ze dit in de praktijk moeten omzetten. Een ander ‘probleem’ is dat ouders vaak veel geld betalen voor de opleiding van hun kind, en dus ook verwachten dat hun kinderen slagen (liefst met de hoogste punten) voor hun eindexamens in de 10th grade. Dit legt heel wat druk op de leerkrachten, waardoor ze niet van de werkboeken durven afwijken. ACT probeert dit te veranderen. Het mooie is dat de organisatie alles kant en klaar heeft liggen, de leerkrachten hoeven amper zelf nog iets te ontwikkelen. De scholen van ACT zijn verplicht het CTM te volgen, het Creative Teaching Model. De bedoeling is dat de leerkrachten hun onderwijsstijl gaan aanpassen aan de leerstijl van de kinderen. Er zijn 4 kwadranten waaraan een reeks van lessen moet voldoen: het fysieke kwadrant (fysieke, motorische en sensoriële vaardigheden), het intellectuele kwadrant (talige en cognitieve vaardigheden), het emotionele kwadrant (emotionele en sociale vaardigheden) en het spirituele kwadrant (waarden en normen). Ze streven dus, zoals eerder vermeld, een veelzijdige ontwikkeling na. Het gaat over een evenwicht vinden tussen hoofd, hart en handen (iets wat ons bekend in de oren klinkt), en er moet vertrokken worden van de noden van het kind. Het is ook belangrijk dat kinderen een attitude van ‘life long learning’ ontwikkelen, sociaal verantwoordelijk worden en probleemoplossend leren denken. Het schoolsysteem in India: De scholen kunnen onderverdeeld worden in 4 grote groepen: CBSE (meest voorkomend, de SRI-school behoort hiertoe), ICSE, IGCSE en boards of affliation. Kinderen gaat eerst naar de kindergarten en gaan vanaf ze 6 jaar oud zijn naar de 1st grade. Er is geen opdeling in ‘lagere school’ en ‘middelbare school’ zoals bij ons, maar het vloeit gewoon in elkaar over. Wanneer de kinderen slagen voor hun eindexamens in de 10th grade (wanneer ze 16 jaar oud zijn), kunnen ze verder studeren aan de PU, de pre-university. Er zijn 3 educatie-problemen: toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Het CTM van ACT speelt hierop in. Het schooljaar is onderverdeeld in 2 semesters: het eerste semester loopt van mei tot begin oktober, het tweede semester verloopt van eind oktober tot maart. Oktober is een feestmaand in India (al heb ik het gevoel dat ze echt 10 keer per maand een reden hebben om te feesten, ze vieren de belangrijke dagen van alle mogelijke godsdiensten). In het eerste semester wordt er gestart met een herhaling, om daar dan op verder te bouwen. Ook de evaluatie verloopt niet zoals wij het gewoon zijn. Zo heb je FA en SA (Indiërs houden echt van afkortingen), formative assessment en summative assessment. Deze 2 soorten evaluatie worden gebruikt voor de ‘academics’, zoals wiskunde, Kannada (de taal van Karnataka), Engels, wetenschappen en sociale wetenschappen. De FA’s zijn een soort van tussentijdse toetsen en bestaan telkens uit een PPT (een paper pencil test, hier gaat het niet over letterlijk kopiëren, zelf eigen kennis verwoorden is ook oké), een individuele activiteit (zoals bv. een spreekbeurt) en een groepsactiviteit (zoals bv. samen een werkstuk maken). De SA’s zijn examens, de kinderen krijgen dan ook overdag de tijd te studeren. In elk semester zijn er 2 FA’s en 1 SA, die samen telkens tellen voor 50% van de punten. Op een heel jaar tijd gaat het dus over 100%. Daarnaast valt er ook nog 100% te verdienen met co-curricular-vakken zoals bv. ‘lifeskills’, ‘participation and achievement’ en ‘health and physical education’. Het is belangrijk dat leerkrachten alles vastleggen, er moeten bewijzen zijn. Leerkrachten maken er, in plaats van lesplannen, ‘unit plans’, een soort van lessenreeks. Elke les duurt 40 minuten. De SRI Ranganath international school: Eerst en vooral, SRI is geen internationale school zoals de naam doet vermoeden. De naam wordt gewoon gebruikt om status te verwerven. Zo hebben ook heel wat scholen in India de titel ‘Montessori’, terwijl hun werking helemaal niet matcht met het gedachtegoed van Montessori. Geen kinderen uit het buitenland dus op onze school, enkel Indische kinderen, vanaf de kindergarten tot de 10th grade. Ouders betalen om hun kinderen naar deze school te sturen, wat niet perse wil zeggen dat ze heel rijk zijn. Educatie is belangrijk in India, je merkt het aan de manier waarop ouders vertellen over het diploma van hun kinderen. Ze zijn enorm trots wanneer hun kroost iets bereikt in het leven. Positief, maar er hangt ook een negatieve kant aan vast. We kregen te horen dat er heel wat druk op de kinderen hun schouders rust, aangezien de ouders enorm veel van hen verwachten op alle gebied. Ook zijn er op school heel wat competities, er bestaat overal wel een wedstrijd van, en kinderen die de wedstrijden winnen, krijgen aanzien. De SRI school werd opgericht in 2009 en ligt vlakbij Bagalkot. Rondom de school is er vooral landbouwgebied dat bekend staat voor het fruit dat ze er telen (granaatappels, bananen, watermeloenen…) en suikerriet. Ook zie je er kuddes geiten lopen. De landbouwers leven in hele kleine huisjes (als je het al een huis kan noemen, enkele golfplaten tegen elkaar), dichtbij de school. De SRI school is een privéschool (dus geen governamental school) met als inrichtende macht een trust. Dit wil zeggen dat individuen een school opstarten als een soort van investering. Ze pompen heel wat geld in de school, met als doel er ook geld uit te halen (hoe meer kinderen, hoe beter dus). Het probleem is dat hun kennis over scholen heel beperkt is. ACT speelt hierin een belangrijke rol, zij hebben wel de kennis die ontbreekt bij de trust. Ook de SRI school wordt volledig geleid door ACT. Mr. Kunthe is de principal van de school. Er heerst een strikte dagorde. Een deel van de kinderen verblijft op de school (een soort internaat), de rest wordt opgehaald door de schoolbussen. De kinderen die in het internaat verblijven, staan op rond 5u ’s morgens. Eerst moeten ze een morning run doen, waarna ze zich wassen. Tegen die tijd komen de anderen aan met de schoolbus (rond 8u30), waarna ze samen gaan ontbijten. Er is ook een assembly ’s morgens en ’s avonds. De kinderen komen samen op de binnenplaats van de school en krijgen uitleg over nieuwigheden die aan de gang zijn. Ook zeggen ze een tekst op waarin ze zeggen dat ze respect zullen hebben voor de school, dat ze fier zijn op hun land… The national anthem wordt gezongen, en wanneer er kinderen jarig zijn, wordt er voor hen ook een Indisch verjaardagslied gezongen. Ook is er elke morgen tijd voor een prayer. Het mooie is dat het niet uitmaakt welke religie je hebt (er zijn moslimkinderen, hindoe-kinderen, christelijke kinderen), iedereen zegt samen een soort van gemeenschappelijk gebed op. Tijdens de prayer wordt er bedankt voor wat we hebben, en wordt er stil gestaan bij het leven. Er is niets religieus aan, iedereen geeft het op zijn eigen manier invulling. Soms krijgen de kinderen ook de kans versjes/rijmpjes/dansjes die ze leerden in de klas, te tonen aan de andere kinderen. Op de SRI school zijn er vooral vrouwelijke leerkrachten actief. De bedoeling is dat wij op de SRI school gaan participeren en observeren, dat we feedback geven aan de leerkrachten, dat we zelf lessen voorbereiden en onze ervaringen delen. We hebben het gevoel dat er heel veel van ons verwacht wordt, wat wel wat druk op onze schouders legt. Er werd al meerdere keren vermeld dat we hard moeten werken. We hopen dat we aan de verwachtingen kunnen voldoen. De reis naar de school. De reis van Bangalore naar Bagalkot was een hele belevenis. Eerst en vooral trotseerden we het verkeer van Bangalore samen met Divia, om een half uur te laat aan te komen. Gelukkig rijden de treinen hier ook niet op tijd. Divia toonde ons onze plaatsen en liet ons toen alleen. In de trein waren er allemaal bedden opgehangen, boven en naast elkaar, en wij sliepen samen met 2 oma'tjes. De familie naast ons kon een beetje Engels en hielp ons aan eten. Een hele nacht reden we doorheen het landschap van India, we speelden samen een spelletje en probeerden uiteindelijk ook wat te slapen. Om vier uur in de ochtend besloot één van de oma'tjes op te staan en het licht aan te doen in onze wagon. Een korte nacht dus. Om half acht werden we gewaarschuwd door de vriendelijke familie dat we bijna in Bagalkot waren aangekomen. Op het perron werden we opgewacht door Prashant, een leerkracht op de SRI-school, en in een gammel busje werden we naar de school gebracht. Het landschap om ons heen was helemaal anders dan in Bangalore. Een kleurrijke mix van mensen in traditionele kleuren, verschillende kleine huisjes, geiten, varkens, koeien, kinderen, voertuigen; alles door elkaar, met op de achtergrond woestijnachtige bergen met hier en daar wat groene struiken. De eerste dagen op school. De eerste dag op school, 17/01, verliep redelijk rustig, aangezien het een zondag was. Enkel de hostelkinderen waren aanwezig op de school. We kregen een kamertje toegewezen in het hostel van de jongens en kregen de tijd ons te installeren. De kamer is basic, en dan vooral het sanitair. Willen we warm water om ons te wassen, dan moeten we voor halfzeven uit ons bedje. We vullen dan een grote emmer, waarna we met een kannetje onze haren wassen. De kamer ligt ook naast de ‘badkamer’ van de jongens, wat voor een niet al te aangename geur zorgt. Op dag 1 maakte Celien ook al een nieuwe vriend, mister Cockroach. Helaas hebben we hem de deur moeten wijzen, ik hoop dat we hem nooit meer terugzien. De eerste dag/avond kregen we ook heel veel eten voorgeschoteld (geloof mij, wij zijn echt geen Bourgondiërs vergeleken met de Indiërs). Alles door elkaar: fruit, sausjes, chutneys, soorten brood (chappati, roti…), melkdrankjes, zoete gerechtjes… Voor mij echt niet makkelijk om allemaal naar binnen te spelen. De directeur, mister Kunthe oftewel ‘Principal Sir’, nam ons mee uit eten samen met zijn vrouw Uma, en vooral Uma heeft mijn sympathie gewonnen. Op maandag 18/01 was het onze eerste schooldag. Elke dag start met een ontbijt om halfnegen voor de jongste kinderen, voorafgegaan door een ‘prayer’. Daarna volgt de assembly, wat echt wel spectaculair is als je het voor het eerst ziet. De kinderen zeggen verschillende teksten en liederen samen op, een moment van discipline. Vervolgens starten de lessen. Celien en ik kregen de kans in verschillende klassen langs te gaan om te observeren. Het eerste wat me opviel was dat er veel minder structuur is dan in België. Bij ons vertrekt iedereen stipt naar de klas, om er daarna niet meer uit te komen tot 10u voor de speeltijd. Dit geeft een soort rust vind ik, iets wat ik hier soms wel een beetje mis. De kinderen gaan naar hun klas en wachten op hun leerkracht (er zijn vakleerkrachten, het middelbare school-systeem). Vaak zijn ze er een hele tijd alleen, en breken ze letterlijk de klas af (dan heb ik het vooral over de jonge kinderen). Speeltijd bestaat niet, dus de jongens spelen gewoon tikkertje tussen de banken om hun energie kwijt te geraken. Tijdens de lessen zelf heerst er ook niet altijd structuur/orde. De banken staan allemaal door elkaar, de kinderen gaan op wandel als ze er zin in hebben en roepen de antwoorden door elkaar. Wel merken we dat ze bij de ene leerkracht braver zijn dan bij de andere, en dit omdat er door de meeste (alle?) leerkrachten gebruik gemaakt wordt van de stok. Helemaal tegen mijn principes in, en moeilijk om te zien. Het gebruik van de stok maakt het voor ons ook moeilijk gezag te hebben, aangezien een boze blik hier totaal geen effect meer heeft. Celien en ik werden ook onmiddellijk alleen gelaten in de klassen, zonder veel uitleg. We probeerden spelletjes te spelen, maar we merkten dat dit heel moeilijk was. De kinderen hebben moeite om te luisteren, om stil te zitten, om een opdracht uit te voeren, om hun beurt af te wachten. We hebben het echt heel basic moeten houden. Ook moesten we al snel een wiskundelesje leiden, wat niet van een leien dakje liep. De kinderen kennen de begrippen kilogram, liter en meter wel, maar hebben geen idee waar ze voor staan. Zo waren ze ervan overtuigd dat ze zelf 10 cm groot waren en dat je de inhoud van een emmer kan meten met een lat. We probeerden hen de basis opnieuw mee te geven, wat nogal moeilijk is zonder noodzakelijk materiaal. Na school gingen we mee met Uma op huisbezoek. Geweldig dat we op die manier de thuissituatie van de kinderen leren kennen, en ook meer te weten komen over de leefomstandigheden in India. Ik heb mezelf al een paar keer gelukkig geprezen dat ik in België woon, en ik besef nu pas hoeveel geluk wij hebben met al onze luxe thuis. De kinderen zijn wel heel fier om ons hun huis te tonen en Celien en ik worden als sterren behandeld. Iedereen wil met ons op de foto en we krijgen ook altijd wat te eten en te drinken. Helaas kan mijn maag al dat eten niet aan, en die avond ben ik dan ook ziek geworden. Om een lang verhaal kort te maken: na een lange nacht was ik letterlijk leeg vanbinnen. Ik besloot het vanaf dan ook rustiger aan te doen wat eten betreft, en vaker nee te zeggen. De dagen nadien werden er steeds minder en minder lessen gegeven, aangezien de school zich klaarmaakt voor ‘annual day’, een soort schoolfeest waar bijna 3000 man op afkomt. Er wordt druk gedanst, aan drama gedaan en gezongen. Het wordt zonder twijfel heel spectaculair. Celien en ik konden op die manier de hele school beter leren kennen. We gingen al langs in heel veel verschillende klassen en ontdekten dat het verschil tussen de oudere en jongere leerjaren enorm is. De oudere kinderen (5th-10th standard, dus 11 tot 16 jaar) zijn wel geconcentreerd en stil tijdens de lessen. De leerstof is er ook niet zo makkelijk, en er wordt van hen verondersteld dat ze goed studeren. De leerkrachten weten ook heel goed hoe ze de lessen moeten aanpakken. Naast het observeren van lessen, leerden we de kinderen ook al veel beter kennen. De jonge kinderen komen in zwermen rond ons hangen. Ze voelen aan onze haren en wrijven over onze witte huid (‘you’re so white ma’m’), willen ons knuffelen en stellen ons steeds dezelfde vragen (‘How’s your father’s name’? ‘What’s your national anthem?’ ‘Can you say something in Kanada?’). We hebben ondertussen ook al een koffer vol tekeningen, brieven en origami-werkjes. De hostelmeisjes zijn gek van ons en vragen ons steeds opnieuw om ’s avonds naar hun slaapkamer te komen. Geweldig om te zien hoe vrolijk ze worden van hele kleine dingen. Vooral het spelletje ‘woesh’ doet het goed, ze liggen letterlijk op de grond van het lachen. Super om te doen! Ik begin de namen ook steeds beter te onthouden, al is dat echt een hele klus. De namen zijn moeilijk uit te spreken, en vaak ook redelijk lang. In het begin waren het vooral de jonge meisjes die naar ons toekwamen, maar intussen zijn we ook al goede vrienden met de jongens en hebben we ook al interessante gesprekken gehad met de oudere kinderen. Met hen praten over het verschil in cultuur (het nationale gevoel, huwelijken, begrafenissen, geloof…) is verrijkend. Ook met de kleuterjuffen hebben we al heel open gesprekken gehad over bv. het verschil in omgaan met liefde (gearrangeerde huwelijken zijn hier de regel). Zij stellen heel veel vragen over de werking van de kleuterklassen in België, en het verschil is enorm. Zo hebben de kleuters hier geen speelgoed, wordt er niet aan hoekenwerk gedaan, maar leren ze vanaf 4 jaar lezen, schrijven en rekenen. De kleuters spreken geen/amper Engels en weten dus niet wat er een hele dag tegen hen verteld wordt. Ook hier wordt gebruik gemaakt van de stok. De juffen (of ma’m) en meesters (of sir) zijn wel heel lief voor ons, we voelen ons echt welkom. Uma ging bv. al met ons shoppen na enkele huisbezoeken, binnenkort zal je dus wel foto’s van ons in saree zien verschijnen. Hier zijn we dan, in India. We kunnen het allebei nog niet vatten. Gisteren vertrokken met een klein hartje, op het vliegtuig richting Frankfurt, om daar vervolgens hopeloos te verdwalen op de luchthaven. Wat een doolhof! Uiteindelijk geraakten we toch door de honderden controles (Celien zag er blijkbaar verdacht uit en moest steeds haar schoenen uitdoen) en voor we het wisten zaten we op het vliegtuig tussen allemaal Indiërs. Eéntje ervan was heel sociaal, en dus hadden we tegen het einde van de vlucht er al een Indische vriend bij. Het was ook nogal gek toen om 15u de zon onderging, dat voelde heel vreemd, maar het was prachtig om te zien vanuit het vliegtuig. Hoe dichter bij bestemming, hoe meer zenuwen we kregen. Aangekomen op de luchthaven waren de Indiërs nogal nors. We moesten 2 formulieren invullen, maar wisten de naam van het hotel niet meer waardoor we niet verder mochten (dat ik al iets ingevuld en doorkrast had maakte ons nog verdachter). Gelukkig was er een meisje uit de US die zo vriendelijk was om haar hotel-adres aan ons te geven. Na een paar leugens ('We're going to visit Mysore sir.'), we wisten namelijk niet of het oké was om met een toeristenvisum een stage te gaan doen, lieten ze ons toch door. Buiten stonden er heel wat mannen met bordjes te zwaaien, en snel vonden we ook Vivek (de man van ACT), die ons kwam ophalen. Hij was heel vriendelijk en sprak behoorlijk Engels. We voelden ons onmiddellijk al meer op ons gemak. Maar dat duurde niet lang. De autorit was, zacht uitgedrukt, nogal apart. De bestuurder zat rechts en reed links (India was ooit een Britse kolonie) en voelde zich de baas van de weg. Hij toeterde er op los, reed heel snel en ontweek telkens op het nippertje vrachtwagens en andere auto's. Op een bepaald moment bestuurde hij de auto zelf met z'n knieën. We waren heel opgelucht toen we in het hotel aankwamen. De kamer is in orde en we voelen ons veilig. Het enige nadeel is dat het raam stuk is en er dus muggen binnen kunnen. Niet zo handig in een land waar je moet opletten voor malaria. We smeerden ons onmiddellijk in met deet, en hingen de muskietennetten op. Na 54452346 pogingen bleven ze uiteindelijk hangen. Nog even een kort berichtje sturen naar huis en dan ons bedje in. Na een korte nacht van 3 uurtjes slaap ongeveer, werden we wakker gebeld voor het ontbijt. Geen boterhammen met choco, maar allerlei pikante (echt super-super-pikant, amai) warme Indische dingen. Heel moeilijk voor mij om naar binnen te werken, zo 's morgens. Morgen neem ik veel minder. Ook moeten we opletten dat we geen water van de kraan drinken/onze tanden ermee poetsen. Moeilijker dan verwacht, het is echt opletten geblazen want we zijn het zo hard gewoon dat we het zouden doen zonder erbij na te denken. Nu proberen we nog even te rusten en daarna komt Vanaja, en daarna Divia en daarna Savitre (als we het goed begrepen hebben). Allemaal mensen van ACT die ons Bangalore willen laten zien en ons willen leren kennen. Tot snel! Wat een dag, wat een dag, wat een dag! Zo kort in India, en toch al zoveel indrukken opgedaan. Na het ontbijt deze morgen zou Vanaja ons komen ophalen om 10u, zo konden we samen de stad verkennen. Om een lang verhaal kort te maken: de Indiërs nemen het niet zo nauw met de tijd en rond 15u kregen we een telefoontje dat we naar beneden moesten komen, 'as soon as possible'. Vanaja verwelkomde ons met bloemen en nam ons mee in een taxi samen met haar husband. Opnieuw trotseerden we het verkeer in India, en eerlijk, deze rit was niets vergeleken met die gisterennacht. Ik voelde me precies in het tv-programma van Lieve Blanquart, het was net als op tv. Alles rijdt hier door elkaar op de weg: auto's, riksja's, brommers, fietsers... Wie het luidste toetert, krijgt voorrang. Er is dus constant een toeterconcert te horen. Daarnaast rijden ze ook heel onvoorzichtig en snel, en het feit dat iedereen (ook de kinderen) lukraak de weg oversteekt, maakt het verkeer echt een onveilige boel. Volgens mij gebeuren er hier echt vaak ongelukken. Aangekomen in het centrum, nam Vanaja ons mee naar een restaurant waar we de lokale gerechten van Rajasthan konden proeven (een deelstaat in het noordwesten van India). Er stonden allemaal potjes klaar waar ze constant eten in dropten. Soepjes, sausjes, dipjes, allerlei soorten pannenkoekjes... Veel te veel om op te noemen, vegetarisch en vooral heel heel heel pikant. Zo pikant dat het bijna niet meer lekker is. Daarbij drinken ze dan verschillende soorten melkdrankjes (bv. lassi) die het nog zwaarder maken dan het al is. Een speciale ervaring! Ik zal moeten wennen aan dit soort eten. Daarna wou Vanaja van ons echte Indische dames maken en besloot ze ons mee te nemen naar een shop waar ze typisch Indische kledij verkopen. De vrouwen gaan er nog heel traditioneel gekleed en stralen echt een soort fierheid uit. Hun haren zijn mooi verzorgd en versierd met bloemen, ze dragen heel wat juwelen (zelf aan hun voeten en tenen), ze zijn opgemaakt (vooral de bol op het hoofd blijft fascineren, iedereen heeft een verschillende soort) en dragen kleurrijke gewaden. Vanaja wist heel goed wat ze wou en zorgde ervoor dat we beiden niet anders konden dan een lang kleed, een wijde broek en sjaal te kopen, heel kleurrijk. We pasten ook de sari's, maar daarvoor hadden we ook een rok moeten kopen, en we besloten dit later tijdens dit avontuur te doen. Na het winkelen (het duurde wel een beetje lang voor Celien en mij), gingen we nog thee drinken en keken we naar een soort wedstrijd waarbij een auto verloot werd, om daarna met een riksja terug naar ons hotel te gaan. Opnieuw een heel avontuur, zoiets moet je echt gedaan hebben als je in India bent! Na een uurtje rust op hotel, kwam Savithra ons ophalen om 19u om samen te gaan eten. We doorkruisten de steegjes van Bangalore in het donker, samen met Savithra, en het voelde wel heel speciaal voor mij. Ik voel me echt in een andere wereld; er is zo veel leven laat op straat, iedereen loopt/rijdt er door elkaar, er zijn ook heel veel kleine kinderen overal, er zijn honden, alle soorten religies leven er samen... Ik kijk mijn ogen uit. We gingen eten in een klein 'restaurantje' en kregen opnieuw een heel pikante maaltijd met rijst, voorafgegaan door een soort dikke soep van maïs. Daarna kregen we van Savithra nog een milkshake, en ondanks het feit dat we weten dat het echt niet slim is milkshakes/ijs te eten hier, hebben we hem toch leeggedronken. Het is heel moeilijk hun gastvrijheid af te wijzen, de mensen betalen er alles voor ons en voor we het weten staat er een nieuw gerecht voor onze neus. Celien en ik hebben besloten in het vervolg zeker vooraf om thee te vragen, voor we de milkshake spontaan voorgeschoteld krijgen. Nu gaan we snel slapen, want morgen is het vroeg dag en ontmoeten we nog meer ACT-mensen, at the office. Daarna worden we op de trein gezet voor een hele nacht, om dan 's morgens aan te komen in Bagalkot, waar Mr. Kunthe ons zal opwachten. Dat wordt heel spannend, zo alleen op de trein tussen alle Indiërs. Hopelijk hebben we snel internet daar, dan laat ik ook hier weer iets weten. Ik ben benieuwd wat de volgende dagen zullen brengen, ik heb alvast nu al het gevoel dat ik mijn grenzen aan het verleggen ben. Nog 2 keer slapen en het is zo ver. Ik kan het bijna niet geloven. Het moment dat ik mijn motivatiebrief indiende, de keuze maakte om naar India te gaan, op gesprek ging bij mevrouw Merckx en meneer O'Neill om hen ervan te overtuigen dat ik geschikt was om naar het buitenland te gaan... Ik herinner het me alsof het gisteren was. Alles leek toen nog zo ver weg, ik had nog zeeën van tijd, en soms durfde ik zelf nog een beetje te twijfelen aan mijn keuze. Maar voor ik het wist, was ik volop bezig met de voorbereidingen van mijn avontuur. Ik had toen nog geen idee dat er zo veel bij een buitenlandse stage komt kijken. Na heel wat lessen mondiaal leren, een UCOS-dag, infosessies aan de UGent, inspuitingen, bezoekjes aan het UZ en de dokter, regelingen voor een visum en verzekeringen, observaties voor de eindstage en nog veel meer van dat, ben ik eindelijk klaar om te vertrekken. Ik tref vandaag de laatste voorbereidingen, maak mijn valies en neem afscheid van de mensen om me heen. Ik heb enorm veel kriebels in mijn buik om te vertrekken en ik hoop dat het een fantastische ervaring wordt!
|
Lisa.Ik ben Lisa. Vanaf volgend jaar mag ik mezelf (hopelijk) 'juf' noemen. Al ben ik dat al een beetje, in mijn hart. |